Vrijstaande nieuwbouw zorgt voor meeste doorstroming

Nieuwbouw van vrijstaande woningen zorgt per woning voor de meeste doorstroming op de woningmarkt. In totale aantallen levert nieuwbouw van appartementen de meeste vrijkomende woningen op.

De oplevering en bewoning van een nieuwbouwwoning leidt meestal tot een serie verhuizingen. De nieuwe bewoners laten vaak een woning achter die beschikbaar komt voor anderen. Dat wordt een verhuisketen genoemd. Elke nieuw opgeleverde woning zorgt in Nederland gemiddeld voor 2,25 verhuisbewegingen.

In 2019 werden 62.500 nieuwbouwwoningen opgeleverd die bewoond werden. In de daaropvolgende verhuisketens kwamen tot en met 2022 nog eens 140.000 extra woningen vrij. Dit blijkt uit het dashboard Verhuisketens in Nederland, waarin het CBS de doorstroming als gevolg van verhuizingen bijhoudt.

Tekst gaat verder onder grafiek

Een verhuisketen eindigt als er na een verhuizing geen woning meer vrijkomt. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een kind het ouderlijk huis verlaat, of als een van de partners na een scheiding in het huis blijft wonen.

In 2023 verhuisden 1,73 miljoen Nederlanders. Dat is een stijging van 1,6% ten opzichte van 2022. Dit lijkt de dalende trend die sinds 2017 gaande was enigszins te stabiliseren.

Meeste doorstroming

Vrijstaande woningen hebben gemiddeld de langste verhuisketens en zorgen daarmee voor de meeste doorstroming. Voor elke vrijstaande nieuwbouwwoning die in 2019 werd opgeleverd, kwamen tot en met 2022 gemiddeld nog 2,8 extra woningen vrij in de verhuisketen die daarop volgde. Meergezinswoningen, zoals flats, appartementen of portiekwoningen, hebben gemiddeld de kortste verhuisketens. Gemiddeld zorgt één nieuwbouwwoning voor 2,24 woningen in de verhuisketen.

In absolute aantallen leverde de nieuwbouw van appartementen wel de meeste woningen op: er werden 23.000 appartementen opgeleverd en bewoond. In de daardoor ontstane verhuisketens kwamen nog 47.000 woningen vrij. Bij vrijstaande woningen ging het om 8.000 nieuwbouwwoningen, die zorgden voor 22.000 woningen in de verhuisketens.

Jonge mensen in het begin van hun wooncarrière zetten gemiddeld kortere verhuisketens in gang. Dat komt omdat ze bijvoorbeeld vaker weggaan uit een woning waar andere mensen achterblijven, zoals een studentenhuis. Of ze laten een kleine woning achter voor iemand die net uit huis is gegaan.

Meer jongeren in verhuisketens van appartementen

De eerste bewoners van een nieuwbouwflat of -appartement zijn vaak (relatief) jong. Van 43% van de huishoudens die een nieuw appartement bewoonden was de zogeheten ‘referentiepersoon’ jonger dan 30. Tenzij die er niet is, is dat bij het CBS de volwassen man in het huishouden.

Tekst gaat verder onder grafiek

Bij vrijstaande nieuwbouwwoningen was maar 5% van de eerste bewoners jonger dan 30. Het aandeel jonge bewoners in de verhuisketen die daarop volgde was 11%. In de verhuisketens van vrijstaande woningen, inclusief de opgeleverde nieuwbouwwoningen, zaten in totaal 3.000 jonge huishoudens. In de verhuisketens van appartementen en flats zaten in totaal 18.000 jonge huishoudens.