Gevolgen afbouw ‘H-woord’ vallen mee volgens Van Bruggen

  • Hypotheek nieuws
  • Makelaardij nieuws
  • 28-08-25

De gevolgen voor huiseigenaren van geleidelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek zijn minder groot dan gevreesd. Het verschil bedraagt soms niet meer dan een paar tientjes per maand. Als het vrijkomende geld wordt besteed aan lastenverlichting, kan het zelfs positief uitpakken. 

Dat stelt financieel dienstverlener Van Bruggen, die een doorrekening heeft gemaakt van de gevolgen van de afschaffing van de aftrek voor huiseigenaren. De aftrek schiet zijn doel voorbij, zegt directeur Jan Thale Haandrikman in een persbericht van Van Bruggen. “Het fiscale voordeel zorgt voor scheve bevoordeling van huizenkopers ten opzichte van huurders en jaagt de huizenprijzen verder op. Daarmee wordt een betaalbare koop- of huurwoning voor jonge mensen steeds minder bereikbaar.”

Veel partijen hebben het afschaffen – ineens of geleidelijk – opgenomen in hun verkiezingsprogramma. Daarin is wonen sowieso een belangrijk thema. Onder andere PvdA/GroenLinks, D66, CDA en de SP willen de hypotheekrenteaftrek geleidelijk of ‘versneld’ afbouwen of ineens afschaffen.

‘Prima te behappen

Van Bruggen rekent de gevolgen voor in een eenvoudig voorbeeld. Bij een annuïteitenhypotheek van € 363.000, het gemiddelde hypotheekbedrag van starters in 2025, stijgt de netto hypotheeklast bij de huidige regels van € 1.255 in jaar 1 naar
€ 1.338 in jaar 10. Wordt de renteaftrek in vijftien jaar afgebouwd, dan loopt de netto maandlast in jaar 10 op naar € 1.560. Een extra stijging van € 222 in tien jaar tijd. Per jaar gaat het dus om een stijging van ongeveer twee tientjes per maand in vergelijking met de huidige situatie. Het uitgebreide rekenvoorbeeld is te downloaden via de website van Van Bruggen.

Inkomens groeien in de praktijk echter harder. Tussen 2015 en 2025 steeg het modale inkomen met 41%. Hierdoor neemt het deel van het inkomen dat naar de hypotheek gaat nog steeds af. Daardoor is een hoger maandbedrag aan hypotheeklasten voor de meeste mensen volgens Van Bruggen ‘prima te behappen’.

Hoe sterk huiseigenaren de gevolgen uiteindelijk echt zullen voelen, hangt verder af van keuzes die een nieuw kabinet maakt op het gebied van belastingen en inkomensbeleid. Op dit moment loopt de overheid jaarlijks zo’n € 11,2 miljard aan inkomsten mis door de hypotheekrenteaftrek. Dat bedrag kan bij een afschaffing worden herverdeeld. Wanneer het geld deels wordt gebruikt voor bijvoorbeeld een verlaging van de inkomstenbelasting, kan dat de lastenstijging voor huiseigenaren aanzienlijk verzachten. Netto hoeft het dus niet eens negatief uit te vallen.

Onevenredig verdeeld

Niet iedereen merkt de gevolgen echter even hard. Starters voelen de impact van een lagere renteaftrek sterker dan huiseigenaren die al langer een hypotheek hebben. Mensen met een annuïteitenhypotheek betalen in de eerste jaren vooral rente, waardoor het voordeel van renteaftrek groter is. Hoe langer de hypotheek loopt, hoe kleiner dit effect wordt.

Daarnaast speelt de hypotheekrente zelf een rol. Veel huiseigenaren hebben vóór 2022 hun rente langdurig vastgezet tegen een laag tarief van 1% tot 2%. Voor hen valt de verlaging van de aftrek relatief mee. Starters daarentegen sluiten vaak een hypotheek af met een rente van 3,5% tot 4,0%, waardoor de afbouw harder voelbaar is.

‘Geen oplossing voor woningtekort’

Van Bruggen wil wel benadrukken dat de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek op zichzelf het woningtekort niet oplost. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. “Wij roepen de politiek op om met de vrijgekomen middelen ook te investeren in woningbouw, zodat er daadwerkelijk meer betaalbare koop- en huurwoningen beschikbaar komen”, aldus Haandrikman.

Gratis carrièregesprek

Grijp nu je kans en plan vandaag nog jouw gratis carrière-gesprek om je professionele toekomst vorm te geven!

Delen via