Prijzen van bestaande koopwoningen in bijna alle gemeenten hoger

Woningen worden nog altijd duurder. De gemiddelde prijsstijging van bestaande koopwoningen in het eerste kwartaal was bijna 11%. Volgens de nieuwste CBS-cijfers stegen de prijzen van bestaande koopwoningen in bijna alle gemeenten. Opvallend is dat ook in het noorden van het land huizenprijzen hard stijgen.

De prijzen van bestaande koopwoningen stegen in bijna alle gemeenten ten opzichte van vorig jaar. De prijzen gingen in Bunnik met 19,8% het hardst omhoog, gevolgd door Waddinxveen met 18,7% en Gouda met 18%. Vugt en Texel waren de enige twee gemeenten met dalende huizenprijzen ten opzichte van vorig jaar. De prijzen daalden daar respectievelijk met 1,4 en 0,1%.

Kanttekening is dat het CBS een nieuwe methode gebruikt om de prijzen per gemeente te berekenen en dat niet voor alle gemeenten voldoende cijfers waren. Voor 317 van de 342 gemeenten is in beeld gebracht hoe de huizenprijzen begin dit jaar stegen of daalden.

Artikel gaat verder onder de grafiek

Aandeel woonlasten in inkomen daalde tussen 2018-2023

Het CBS publiceerde ook cijfers over de mediane woonquote. De totale woonlasten als percentage van het huishoudensinkomen was in 2023 lager dan in 2018. Dit geldt voor zowel eigenaren als voor huurders. Bij huishoudens in een huurwoning van een woningcorporatie was de sterkste daling te zien, van 31,0% in 2018 naar 25,4% in 2023. Ook voor huishoudens in een eigen woning en voor huishoudens in een huurwoning van een niet-woningcorporatie lag de mediane woonquote in 2023 lager dan in 2018. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit de Woonbase.

Totale woonlasten wel hoger dan in 2018

De totale woonlasten, de totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen, waren in 2023 wel hoger dan in 2018. Voor huurders van een niet-woningcorporatie stegen de mediane woonlasten met 23% het hardst. De lagere woonquote is het resultaat van het feit dat de inkomens tussen 2018 en 2023 sterker stegen dan de woonlasten.

De groep met de hoogste relatieve woonlasten – huurders van een niet-woningcorporatie – groeide sinds 2018 relatief het hardst, namelijk van zo’n 670.000 huishoudens in 2018 naar zo’n 825.000 huishoudens in 2023. Dat komt neer op een groei van ongeveer 23%.